Naar blog

Van Marcke pionier in riothermie

Rioolwater inzetten om gebouwen mee te verwarmen? Dat is niet eens zo’n gek idee. Riothermie, zo wordt deze innovatieve techniek genoemd. In Scandinavië past men dit al langer toe en nu springt België mee op de kar. Van Marcke speelt hierin een pioniersrol, bij een groot project in Menen. 

Duurzaamheid
Afbeelding
Van Marcke Engineering plan

Rioolwater als bron voor verwarming 

Maar wat is riothermie nu eigenlijk? Het woord zegt het zelf al: warmte recupereren uit rioolwater of afvalwater. Een interessante techniek, zegt Sten De Lille, technical advisor sanitary bij Van Marcke.

 

Elke dag ‘verliezen’ we enorm veel water. Denk aan toiletwater, douchewater, wasmachinewater… Het is zonde om dat zomaar als een soort afvalproduct te verliezen, omdat het restwarmte bevat die opnieuw gebruikt kan worden.

Sten De Lille, technisch adviseur bij Van Marcke

Twee types riothermie

Klassieke riothermie 

Er vallen twee types van riothermie te onderscheiden. De eerste optie warmt een gebouw op met klassieke riothermie. Hierbij wordt een warmtewisselaar in een rioolbuis geplaatst, in de buurt van het gebouw. Een warmtepomp opwaardeert de restwarmte aanwezig in het rioolwater naar de gewenste temperatuur om een ruimte of gebouw te verwarmen. In dit scenario is het belangrijk dat er door de rioolbuis voldoende rioolwater stroomt. 

Riothermie effluent

Het tweede type is riothermie effluent. Hier wordt warmte gerecupereerd uit gezuiverd rioolwater. Het verschil met de eerste optie is dat er hier sprake is van een groot vermogen waarmee een warmtenet kan gevoed worden. “Het warmtenet recupereert zijn warmte uit het effluent van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Daarna wordt de warmte opgewaardeerd, via een warmtepomp. Het warmtenet verspreidt de warmte over meerdere gebouwen. Per gebouw wordt een indirect warmteafgiftestation (IWAS) geïnstalleerd. Dat is een warmtewisselaar die de warmte van het warmtenet verspreidt via de centrale verwarming van het gebouw”, zegt Sten. 

Teamwork tussen Van Marcke, Aquafin en Fluvius

Tot zover de theorie, tijd voor de praktijk. In België staat riothermie nog in zijn kinderschoenen. Er is nog maar één gebouw dat verwarmd wordt met riothermie, namelijk de campus van Aquafin. Maar daar komt verandering in. Zo springt ook Menen op de kar. De stad schakelt daarvoor enkele gespecialiseerde partners in. Aquafin is een logische partner, want de rioolbuizen en RWZI zitten in hun beheer. Daarnaast is er Fluvius. Zij zullen een warmtenet aanleggen in Menen en beheren. 

Om de haalbaarheid van dit project te onderzoeken schakelde de stad intercommunale Leiedal in. En zo kwam Van Marcke in the picture. Met een goede reden, zegt Sten. “We hadden al ervaring met een riothermisch project in Antwerpen, in opdracht van Matexi. Daarnaast werkten we ook mee aan het warmtenet van Harelbeke en Kuurne. Die kennis kwam goed van pas in Menen.” 

Haalbaarheidsstudie via Van Marcke Engineering

De rol van Van Marcke Engineering was om grondig te onderzoeken of gebouwen met een groot vermogen opgewarmd konden worden met riothermie. Sten: “We onderzochten zowel de haalbaarheid als de kosten. Hiervoor zijn we ter plaatste geweest en hebben we samen met de gebouwbeheerder onderzocht wat mogelijk was.” 

De oplossing is tweeledig, zegt Sten. "Een aantal gebouwen moet sowieso aangesloten worden op een warmtenet, dus kozen we daar voor riothermie met effluent. Eén gebouw ligt dicht bij een rioolbuis waar voldoende water door stroomt, om het gebouw op te warmen. In de buis zal een warmtewisselaar geïnstalleerd worden. Een warmtepomp zorgt er dan weer voor dat er voldoende vermogen is om het gebouw te verwarmen."

Mooie toekomst voor riothermie

Sten ziet een mooie toekomst weggelegd voor riothermie: “Het is zeker een techniek waar we rekening mee moeten houden. In tijden waar duurzaamheid nog meer aan belang zal winnen, moeten we blijven zoeken naar alternatieve warmtebronnen. Dan is het interessant om zo veel mogelijk te recupereren.” Er zijn dan ook enkele interessante voordelen, zegt Sten. “Er zal altijd rioolwater zijn, dus daarom is riothermie constant beschikbaar. Daarnaast past de techniek als een schoentje als er grote vermogens nodig zijn om warmte te verspreiden over een ruim gebied. Tenslotte is riothermie een goed alternatief als geothermische boringen minder evident zijn.” 

Loop je nu al warm van de aanpak van Van Marcke Engineering?

Lees hier meer