Kan ik aansluiten op een warmtenet?
Het heeft bij ons wat langer geduurd dan bijvoorbeeld in de Scandinavische landen, maar er worden momenteel in West-Europa en ook in België steeds meer warmtenetten aangelegd. De eerste stap is vaak de moeilijkste, vooral ook omdat er grote investeringen mee gemoeid zijn. Maar eens zo’n warmtenet er is, levert het aan de omgeving de mogelijkheid om steeds meer projecten erop aan te sluiten en het net steeds verder uit te breiden.
Warmtenetten worden vaak aangelegd op plaatsen waar er een overschot is aan restwarmte van industriële processen. Zo kan die overtollige energie elders nuttig aangewend worden. Het meest extreme voorbeeld in dat verband zijn afvalverbrandingsinstallaties die in het verleden grote hoeveelheden energie doorheen de schoorsteen lieten ontsnappen. Die energie kan via generatoren gebruikt worden om elektriciteit te produceren, wat vaak ook gebeurt. Maar het beste rendement haal je als je die warmte zelf direct als energiebron kunt aanwenden, in andere processen of voor de verwarming van gebouwen. Een warmtenet heeft tot doel leveranciers en verbruikers van die warmte met elkaar te verbinden.
In de toekomst zullen echter ook steeds meer warmtenetten aangelegd worden vanuit de vraagzijde. Zoals besproken in het artikel Collectieve verwarming: waarmee rekening houden kunnen de investeringskosten voor duurzame ververwarmingsoplossingen aanzienlijk dalen dankzij schaalvergroting. Een warmtenet heeft dan tot doel om meerdere verbruikers samen te brengen en te koppelen aan een centraal systeem voor warmteproductie.
Het mooie aan een warmtenet is dat het zich in principe neutraal gedraagt, zowel aan de productie- als een de verbruikerszijde. Als de vraag er is of wanneer nieuwe mogelijkheden zich aandienen, kan de productie voor een warmtenet altijd uitgebreid worden. Tegelijk kunnen, eens zo’n net er is, nieuwe gebruikers zich relatief eenvoudig aansluiten.
Lineaire warmtedichtheid
Vandaag zijn er al heel wat operationele warmtenetten in België. Wie in de buurt daarvan een nieuw project bouwt, heeft geluk, want in veel gevallen biedt het aansluiten op een bestaand net een aantrekkelijke en relatief eenvoudige oplossing om op een duurzame manier in de verwarmingsbehoeften van een gebouw te voorzien. De bepalende factor hierbij is de afstand die tussen het gebouw en het bestaande warmtenet. Het transporteren van warmte via een warmtenet brengt immers onvermijdelijk ook warmteverliezen met zich mee. Als de afstand te groot is, dreigen die verliezen op zeker moment groter te worden dan de winst die je via een net kan realiseren, zodat het geen interessante oplossing meer is.
Een vuistregel bij het bepalen van de haalbare afstand is de lineaire warmtedichtheid, die bij een typisch warmtenet 3 MWh per meter per jaar bedraagt. De toepassing van die regel houdt in dat het voor een verbruiker van 3 MWh per jaar rendeert om een warmtenet met een meter te verlengen. Voor een individuele woning die typisch 9 MWh per jaar verbruikt, komt de regel erop neer dat je een uitbreiding van 3 meter kan verantwoorden, wat uiteraard te weinig is. Maar voor een project met 100 wooneenheden betekent dit een haalbare afstand van 300 meter, wat wel mogelijkheden creëert.
Warmtezoneringsplannen
Wat dit rekenvoorbeeld illustreert, is wat we in de inleiding van het artikel aangehaald hebben, namelijk dat de eerste stap vaak de moeilijkste is. Zodra een warmtenet er is, creëert het heel wat mogelijkheden om bijkomende gebruikers aan te sluiten. En zodra dat gebeurt, neemt het aantal opportuniteiten nog verder toe. Het project met 100 wooneenheden uit het voorbeeld kan een goede aanleiding zijn om een warmtenet uit te breiden, en zodra dat gebeurt, kunnen bijvoorbeeld ook alle tussenliggende woningen op die uitbreiding aansluiten.
Zo kan een organische groei van het netwerk ontstaan die steeds versnelt en daardoor voor alle deelnemers ook steeds interessanter wordt. Om de mogelijkheden van warmtenetten verder in kaart te brengen, is er in Vlaanderen trouwens een plan om alle gemeenten vanaf 2024 warmtezoneringsplannen te laten maken. Die zouden dan moeten aangeven welke warmtebronnen er allemaal beschikbaar zijn en op welke manier je die het best via warmtenetten kan valoriseren. Projectontwikkelaars zullen zo ook duidelijkheid krijgen over waar er in de toekomst een net ter beschikking zal komen en waar ze op individuele oplossingen aangewezen blijven.