Vloerverwarming: do or don’t?

Alles heeft zijn voor- en nadelen, ook vloerverwarming. Het grootste nadeel van vloerverwarming is dat het een traag systeem is. De leidingen waar het warme water doorheen stroomt, liggen in een dikke laag chappe. De warmte heeft dus een stevige weg af te leggen voor het je ruimte kan opwarmen. Reken erop dat de temperatuur in je woonkamer 1 graad per uur stijgt. Daarom kan je je vloerverwarming nooit onder de 18 graden laten zakken, ook niet ‘s nachts.

Een radiator werkt veel sneller. Je komt thuis, steekt het toestel aan en binnen enkele minuten is de ruimte aan het opwarmen. Dat probleem trekt zich ook door naar de slaapkamer. Dat is een ruimte waar je geen constante verwarming nodig hebt. Daarom werken de meeste mensen met een gecombineerd systeem van vloerverwarming en radiatoren. Maar vloerverwarming biedt ook heel wat voordelen in vergelijking met de klassieke radiatoren en convectoren. We sommen ze even voor je op. 

Vloerverwarming: esthetisch verantwoord

Geen storende verwarmingselementen meer die een pak plaats innemen. Praktisch, want hierdoor kan je de ruimte helemaal vrij indelen en is er meer plaats voor kasten en opbergruimte. Bovendien heeft vloerverwarming geen onderhoud of reiniging nodig. Best handig!

Gezondheid en veiligheid

Een radiator in werking brengt een beweging van warme en koude lucht teweeg en creëert  een tochtgevoel. Die tocht neemt ook stof mee, een gesel voor mensen met ademhalingsproblemen en allergieën.

Vloerverwarming is bovendien veilig voor kinderen, door de lage temperatuur. Een radiator loopt al snel op naar 70 graden, de radiator of de leidingen aanraken kan pijnlijke gevolgen hebben. Vloerverwarming gaat echter nooit boven de 29 graden aan het vloeroppervlak.

Comfortabele verwarming

Dit hoeven we je niet uit te leggen. Vloerverwarming is lekker warm aan de (blote) voeten. Bovendien verspreidt de warmte zich van beneden naar boven op een egale manier. Tegen de vloer is het dus warm en aan het plafond koeler. Bij radiatoren en convectoren verspreidt de lucht zich minder egaal en is het warmer bovenin de kamer dan onderaan.

Om tot een aangename gevoelstemperatuur te komen, moet je rekening houden met 2 factoren: de warmte van de wanden van de ruimte en de effectieve temperatuur van de ruimte. Wij, mensen, stralen warmte af naar de ruimte. Hoe kouder de ruimte, hoe meer warmte we afstralen en hoe kouder we ons voelen.

In bovenstaand voorbeeld streven we naar een gevoelstemperatuur van een aangename 20° Celcius. In de linkerafbeelding zie je een ruimte met radiatoren, rechts met vloerverwarming. De temperatuur van de wanden is in beide situaties hetzelfde, behalve de temperatuur van de vloer. Die is bij vloerverwarming 8 graden warmer (26° in plaats van 18°C). De gemiddelde temperatuur van alle wanden is bij vloerverwarming (19°C) dus hoger, dan bij radiatoren (17°C). Om tot een gevoelstemperatuur van 20 graden te komen moeten we de kamer met vloerverwarming opwarmen tot 21 graden, die met radiatoren tot 23 graden.

Een verschil van 2 graden lijkt dan wel niet veel, maar het scheelt al snel 12% op je factuur. De iets hogere installatiekost van vloerverwarming haal je er dus zonder moeite uit.

Bovendien is de lage temperatuur van vloerverwarming een groot voordeel voor het rendement van je condensatieketel of de COP (de coefficient of performance) van je warmtepomp.