Met minder gas toch lekker warm?

1 °C minder = 6 % minder gasverbruik 

Zet je thermostaat één graadje lager en je energieverbruik daalt met ongeveer 6%. Is je huis goed geïsoleerd? Dan kan je als je naar je werk bent, de temperatuur gerust nog wat lager instellen. Dat is laag genoeg om weinig te hoeven stoken, maar hoog genoeg om te vermijden dat de binnenlucht gaat condenseren op koude ramen. 

’s Nachts is 16 °C een goede minimumtemperatuur om je huis ’s ochtends op relatief korte tijd weer op te warmen. Je verwarming gedurende de nacht helemaal uitzetten is geen goed idee, want dat zal het langer duren om het warm te krijgen. Daardoor heb je de neiging om de thermostaat hoger te zetten, waardoor je onnodig veel zal verbruiken. 

Zet ze op 60 graden

Heb je nog een oude verwarmingsketel die het radiatorwater altijd op dezelfde hoge temperatuur opwarmt? Stel de temperatuur dan in op 60 graden in plaats van de fabrieksinstelling van 80 graden. Fabrikanten gingen er vroeger vanuit dat de ketel ook moest kunnen werken als het 20 graden onder het vriespunt is, maar zo koud wordt het zelden. Ketels die dateren van na 2005 zijn veelal uitgerust met een sensor die de buitentemperatuur meet, en op basis daarvan zelf de optimale stooktemperatuur kiezen. 

Ook de temperatuur van je sanitair warm water, voor je bad of douche, stel je best in op 60 à 65 graden. Bij een hogere temperatuur is er meer kalkafzetting, waardoor je warmwaterboiler minder lang meegaat. Minder dan 60 graden is af te raden, omdat zich dan de legionellabacterie kan gaan ontwikkelen. 

Verwarm elke ruimte niet meer dan nodig

Je woonkamer gebruik je op een andere manier dan je slaapkamer en dus verwarm je ze ook anders. In je woonkamer en keuken kan 19 of 20 graden misschien al voldoende zijn. In je slaapkamer kan 15°C volstaan. Een logeerkamer of de hal hoef je maar minimaal te verwarmen. 

Zeker als je thuis werkt kan zoneregeling je een flinke besparing opleveren. Zo kan elke kamer apart worden verwarmd, los van de overige kamers. Wanneer je het bijvoorbeeld in je badkamer extra warm wil hebben, hoef je de kamerthermostaat in de woonkamer niet hoger in te stellen en dus ook niet andere kamers ongewenst mee te verwarmen. Met zoneregeling verwarmt je verwarmingssysteem enkel waar en wanneer je dat wenst. 

Ga op kierenjacht 

Een van de grootste oorzaken van warmteverlies in huizen zijn tochtkieren en -spleten. Controleer of al je deuren en ramen goed tochtdicht zijn. Heb je een kelder of een garage aan je huis? Check dan zeker ook die deuren. Denk ook aan de spleet in de brievenbus. 

Voor het dichten van kieren en spleten tussen vaste gebouwdelen bestaan er schuimen, luchtdichtingstapjes, folies en kitten. Om kieren en spleten tussen bewegende delen van ramen en deuren te dichten gebruik je tochtstrips van de juiste dikte en tochtborstels onder de deuren.   

Niet vergeten: de radiatoren

Zijn je buitenmuren weinig of niet geïsoleerd, of heb je radiatoren die staan opgesteld tegen een binnenmuur die grenst aan een niet- verwarmde ruimte (garage, berging…), hang dan isolatiefolie achter de radiatoren. Deze weerkaatst de warmte die anders in de muur verdwijnt. Kleef de folie achter de radiatoren met behulp van dubbelzijdige tape of behanglijm. Je doet dit het best wanneer de radiatoren niet aan staan, anders droogt de lijm te snel. 

Heb je gordijnen? Zorg er dan voor dat die niet voor de radiatoren hangen, maar wel tot boven het vensterblad. Met verkeerd opgehangen gordijnen kan je tot 10% meer warmte verliezen dan wanneer je geen gordijnen zou hebben. De warmte van de radiatoren moet zich onbelemmerd kunnen verspreiden. Zet er dus ook geen kasten of zetels voor.

Vergeet ook niet elk jaar je radiatoren te ontluchten. Als je een lange tijd niet hebt verwarmd, kan er lucht in de radiatoren zitten. Daardoor worden ze niet gelijkmatig warm en moet de ketel onnodig harder werken om de ingestelde temperatuur te bereiken.